Het CyclingColsConcept ...

 

De Load-FittingDynamics

 

Terug naar FittingDynamics 

 

Navigeer in CyCCo FiDs naar:
Bike-FiDs  Gear-FiDs  Status-FiDs  Effort-FiDs  Trip-FiDs  Load-FiDs  Target-FiDs 

 

Inhoudsopgave

Situering
Load-FittingDynamics
Zeer logisch toch !
Voorbeeld
Voetnoten
 :

    Je gewicht, je lichaamsbouw, je zithouding, versus: fietsen op het vlakke, bergop fietsen, bergaf fietsen
    Overgewicht, de bolle fietser
    Het lichaamsgewicht van renners sinds 2005
   
"Velominati" versus "CyCCo": over tripel bieren en ...
    Belgen zijn te zwaar, een stand van zaken

 

Situering

Bij het bergop fietsen moet je opboksen tegen de zwaartekracht, je totaal naar boven te sjouwen gewicht
is hier de grote spelbreker en steekt letterlijk stokken in je wielen.

Welk totaalgewicht kan jij: in uitrusting, met fiets en bagage en met jouw conditioneel-niveau, maximaal
versjouwen om je gestelde doel te bereiken: je col-top in één non-stop beweging en zonder brokken halen,
je best haalbare tijd neerzetten en/of je grens verleggen en die best haalbare tijd verbeteren?

Hoe bepaal je dit totaalgewicht?

Hoe optimaliseer je het?

Het antwoord: CyCCo Load-FittingDynamics.

Terug

 

De CyclingColsConcept Load-FittingDynamics

CyCCo berekent, evalueert en optimaliseert, volledig gepersonaliseerd, het maximum-gewicht dat je kan
versjouwen: dat van jezelf, je bagage en je fiets, om je gestelde klim-doel te bereiken.

CyCCo berekent je streef-klim-gewicht en begeleidt je, eventueel in samenwerking met een diëtist(-e), om
dit te bereiken.

CyCCo berekent je slaagkans om je klim-doel te halen. Naarmate je totaalgewicht daalt, je conditie verbetert
en je aan kracht wint zie je die slaagkans systematisch toenemen, een geweldige stimulans om ermee door
te gaan.

Dit alles: CyCCo Load-FittingDynamics.

Anders gesteld, met CyCCo Load-FittingDynamics beschik jij over de bij jou best passende gewichts-combinatie
om met de grootst mogelijke slaagkans je col-top in één non-stop beweging zonder brokken te halen, je best
haalbare tijd neer te zetten en/of je limieten op te zoeken en die best haalbare tijd te verbeteren.

Terug

 

De CyclingColsConcept Load-FittingDynamics approach, zeer logisch toch !

Is je kracht-vermogen-energie-uithouding ietwat beperkt en ligt je non-stop klim-doel vast, dan is, naast een
haalbare conditie-opbouw en een gekwantificeerde feedback van elke fiets-trip-effort, een piekfijn afgestelde
fiets, het beschikken over je persoonlijk best passende voor-achter-tandwielsets, een optimaal totaal-klim-gewicht:
CyCCo Load-FittingDynamics, alles minutieus ingebed in de CyCCo klim-simulatie, je beste garantie om je
klim-doel doel te bereiken.

De CyCCo Load-FittingDynamics zijn ingebakken in het CyCCo klim-concept, aan jou om al dan niet voor het
volledige
CyCCo FiDs traject te opteren:
Bike-FiDsGear-FiDsStatus-FiDsEffort-FiDsTrip-FiDsLoad-FiDsTarget-FiDs.

Terug

 

Een voorbeeld van CyclingColsConcept Load-FittingDynamics 

Enkel ter introductie vind je hieronder een concreet voorbeeld van CyCCo Load-FittingDynamics.
Het spreekt voor zich dat bij dit alles heel veel meer dan een woordje uitleg hoort.
 

 

Het CyCCo Load-FittingDynamics voorbeeld:

 

    Veronderstel, je hebt een concreet klim-doel voor ogen, bijvoorbeeld:

          Superbagnières vanuit Bagnères de Luchon:
                 - Col-Her-Ken-Getallen
                 - Col-Steilheidsklassen
                 - Col-Profiel
                 - Col-Road-Profiel
                 - Col-Beschrijving
 

 

    De door CyCCo aangeleverde data, met de focus op het slagen in je vooropgestelde klim-doel: 

    

  

Terug

 

Twijfel je nog? Neem contact op met CyCCo.

 

Voetnoten :

Je gewicht, je lichaamsbouw, je zithouding, versus: fietsen op het vlakke, bergop fietsen, bergaf fietsen.

Als fietser krijg je, of je dit nu wil of niet, te maken met drie krachten die mede bepalend zijn voor je prestaties:
de wrijving-rolweerstand, de luchtweerstand en de neerwaarts duwende kracht.
Komt het op snelheid aan, dan werken de wrijving-rolweerstand en de luchtweerstand steeds in je nadeel,
daarentegen werkt de neerwaarts duwen kracht, afhankelijk van het terrein waarop je fietst, in je voordeel
of in je nadeel.

Een toelichting:

Bij het fietsen op het vlakke.

Op vlak terrein heb je te maken met de twee in je nadeel werkende krachten: de wrijving-rolweerstand
(de wrijving van wiellagers, trapaslagers, pedaallagers, tandwielen, ketting, en de wrijving veroorzaakt door
het rol-contact van de banden met de weg), en de luchtweerstand.
De luchtweerstand is hier de belangrijkste tegenwerkende kracht, ze neemt zelfs kwadratisch toe met je
rijsnelheid.
De wrijving-rolweerstand is klein, neemt lichtjes toe met de rijsnelheid, maar verliest logischerwijs aan
procentueel belang t.o.v. de luchtweestand naarmate je sneller gaat rijden.

Tenger gebouwde personen, met een gering wind-opvangend oppervlak, die een aerodynamische
zithouding aannemen zijn dus in het voordeel.

Bij het bergop fietsen.

Wanneer je bergop rijdt, moet je de wrijving-rolweerstand en de luchtweerstand overwinnen maar bovendien
ook nog de kracht opbrengen om jezelf, je fiets en je bagage naar grotere hoogten te tillen.

Bij het klimmen ligt je snelheid lager dan op het vlakke, waardoor de procentuele betekenis van zowel
wrijving-rolweerstand en luchtweestand geringer wordt.
De luchtweerstand neemt zelfs kwadratisch af naarmate je rijsnelheid daalt.

Bergop moet je voornamelijk vechten tegen de neerwaarts duwende kracht.
Hoe zwaarder je weegt en hoe steiler het terrein, hoe groter die tegenwerkende neerwaartse kracht is,
daarom zijn lichte klimmers sterk in het voordeel.

Bij het klimmen wordt het totaalgewicht: dat van jou, je fiets en je bagage, dus doorslaggevend.
De gemiddelde snelheid die je kunt bereiken bij het bergop rijden hangt af van: dit totaalgewicht,
je beschikbaar vermogen, de tijd dat je dit vermogen kan volhouden en de steilheids-profiel van het parcours.

Drie voorbeelden:

Voorbeeld 1.
- Een renner met een lichaamsgewicht van 70 Kg die op een vlak terrein: 0 %, zonder rug-of tegenwind,
  een vermogen van 128 W ontwikkeld, een voor-achter-vertanding 52x13 schakelt en 60 beenomwentelingen
  per minuut trapt, bereikt met zijn fiets een snelheid van 30,4 Km/u.

- Diezelfde fietser rijdt, zonder rug-of tegenwind, indien hetzelfde vermogen ontwikkeld wordt: 128 W,
  op een helling van 12 %, met dezelfde fiets, met dezelfde bagage en met dezelfde bandendruk,
  nog slechts tegen 4,6 Km/u naar boven.

  De fietser heeft dan wel, om geen voet-aan-grond te moeten zetten, teruggeschakeld naar een
  voor- achter-vertanding 30x27 en trapt nog slechts 32,8 beenomwentelingen per minuut.
- Indien diezelfde fietser erin slaagt om met die voor-achter-vertanding: 30x27, 60 beenomwentelingen per
  minuut te maken op een helling van 12 % en bijgevolg het vermogen opvoert naar 235 W, dan wordt de
  klimsnelheid, met dezelfde fiets, met dezelfde bagage en met dezelfde bandendruk, 8,5 Km/u.
- Indien diezelfde fietser erin slaagt om met die voor-achter-vertanding: 30x27, 90 beenomwentelingen per
  minuut te maken op een helling van 12 % en bijgevolg het vermogen opvoert naar 357 W, dan wordt de
  klimsnelheid, met dezelfde fiets, met dezelfde bagage en met dezelfde bandendruk, 12,7 Km/u.

Voorbeeld 2.
- Een renner met een lichaamsgewicht van 90 Kg die op een vlak terrein: 0 %, zonder rug-of tegenwind,
  een vermogen van 137 W ontwikkeld, een voor-achter-vertanding 52x13 schakelt en 60 beenomwentelingen
  per minuut trapt, bereikt met zijn fiets een snelheid van 30,4 Km/u.

- Diezelfde fietser rijdt, zonder rug-of tegenwind, indien het vermogen wordt opgevoerd naar 159 W,
  op een helling van 12 %, met dezelfde fiets, met dezelfde bagage en met dezelfde bandendruk,
  nog slechts tegen 4,6 Km/u naar boven.

  De fietser heeft dan wel, om geen voet-aan-grond te moeten zetten, teruggeschakeld naar een
  voor- achter-vertanding 30x27 en trapt nog slechts 32,8 beenomwentelingen per minuut.
- Indien diezelfde fietser erin slaagt om met die voor-achter-vertanding: 30x27, 60 beenomwentelingen per
  minuut te maken op een helling van 12 % en bijgevolg het vermogen opvoert naar 292 W, dan wordt de
  klimsnelheid, met dezelfde fiets, met dezelfde bagage en met dezelfde bandendruk, 8,5 Km/u.
- Indien diezelfde fietser erin slaagt om met die voor-achter-vertanding: 30x27, 90 beenomwentelingen per
  minuut te maken op een helling van 12 % en bijgevolg het vermogen opvoert naar 442 W, dan wordt de
  klimsnelheid, met dezelfde fiets, met dezelfde bagage en met dezelfde bandendruk, 12,7 Km/u.

Voorbeeld 3.
- Een renner met een lichaamsgewicht van 110 Kg die op een vlak terrein: 0 %, zonder rug-of tegenwind,
  een vermogen van 145 W ontwikkeld, een voor-achter-vertanding 52x13 schakelt en 60 beenomwentelingen
  per minuut trapt, bereikt met zijn fiets een snelheid van 30,4 Km/u.

- Diezelfde fietser rijdt, zonder rug-of tegenwind, indien het vermogen wordt opgevoerd naar 190 W,
  op een helling van 12 %, met dezelfde fiets, met dezelfde bagage en met dezelfde bandendruk
  nog slechts tegen 4,6 Km/u naar boven.

  De fietser heeft dan wel, om geen voet-aan-grond te moeten zetten, teruggeschakeld naar een
  voor- achter-vertanding 30x27 en trapt nog slechts 32,8 beenomwentelingen per minuut.
- Indien diezelfde fietser erin slaagt om met die voor-achter-vertanding: 30x27, 60 beenomwentelingen per
  minuut te maken op een helling van 12 % en bijgevolg het vermogen opvoert naar 350 W, dan wordt de
  klimsnelheid, met dezelfde fiets, met dezelfde bagage en met dezelfde bandendruk, 8,5 Km/u.
- Indien diezelfde fietser erin slaagt om met die voor-achter-vertanding: 30x27, 90 beenomwentelingen per
  minuut te maken op een helling van 12 % en bijgevolg het vermogen opvoert naar 528 W, dan wordt de
  klimsnelheid, met dezelfde fiets, met dezelfde bagage en met dezelfde bandendruk, 12,7 Km/u.

Bij het bergaf fietsen.

Bij het bergaf rijden komt de neerwaarts duwende kracht ten volle vrij in je voordeel.
Ze is groter is naarmate het terrein sterker daalt.
Bij hoge daalsnelheden laat de hogere luchtweerstand zich dan weer als remmende factor gelden met
het kwadraat van je daalsnelheid.

Zwaarder gebouwde personen, met een gering wind-opvangend oppervlak, die een aerodynamische
zithouding aannemen zijn dus in het voordeel.
CyCCo.

Terug

 

Overgewicht, de bolle fietser.

In de afdaling is de bolle fietser in het voordeel, de zwaartekracht is dan plots zijn beste vriend.
Daar is een lijdensweg aan vooraf gegaan, want bergop rijden gaat hem niet af.
Op heuveltjes waar je met tien trappen boven bent, komt hij op de macht boven.
Maar na vijfhonderd meter klimmen telt plots ieder pondje.

Klimmen met overgewicht is een ramp.
Niets is zo hinderlijk als te veel gewicht moeten meezeulen tijdens een klim.
Wie zich daar niets kan bij voorstellen moet maar eens met een rugzak vol bakstenen een
berg beklimmen, 
of gewoon wat zware dozen een trap op dragen.

Overgewicht en klimmen zijn als water en vuur en gaan niet samen.

Opvallend is het vele extra geld dat wielertoeristen uitgeven voor lichtere fietsen.
Boven de tweeduizend euro draait het bij fietsen nog enkel om gewicht, hoe lichter hoe duurder.

Kilo's en grammen die je ook makkelijk kunt kwijtraken door slechts één keer op te scheppen
bij het avondeten.

Hou je dat dieet lange tijd vol dan kun je duizenden euro's besparen op je fietsaankoop.
Waarom zou je extra geld uitgeven voor een lichtere fiets wanneer je gratis en voor niets
makkelijk iets aan je vetpercentage kunt doen?

Alex van der Hulst.

Terug

 

Het lichaamsgewicht van renners sinds 2005.

Om mijn uitspraak te kunnen staven dat er nu,
door een veel grotere groep renners,
sneller bergop wordt gereden dat in de Armstrong-tijd,
vergeleek ik het lichaamsgewicht van renners sinds 2005.
Ik vergeleek het, wetende dat:
hoe minder een renner weegt,
hoe meer energie er over is om bergop te rijden en
hoe harder dit dus kan..
En wat bleek:
in 2005 bedroeg het gemiddelde lichaamsgewicht van een top 20 renner
in de Tour de France 68,5 kilo.
Waarbij de zwaarste renner in de top 20, George Hincapie, 82 kilo woog.
70 kilo werd in die tijd gezien als het ideale gewicht voor een ronderenner.
In 2010 was het gemiddelde gewicht reeds gedaald naar 66,5 kilo.
En in 2017 bedroeg het gemiddelde gewicht van top 20 renners 63 kilo.
Dat is ten opzichte van 2005 een gemiddelde gewichtsdaling van 5,5 kilo.
Er zijn nu in de top 20 van het Tour de France klassement
meer renners onder de 60 kilo dan in 2005 in gans het peloton.

Het lichaamsgewicht is voor de ronderenner een doorslaggevende factor.
De trend is duidelijk, de lichtere klimmer is de snellere klimmer.
Boven de 70 kilo speelt een ronderenner niet meer mee voor het klassement.
Renners als Tom Dumoulin en Chris Froome, die normaal ruim 70 kilo wegen,
zijn extreem met eten en gewicht bezig en treden aan onder de 70 kilo.
Dit vergt een enorme discipline en een wetenschappelijke begeleiding die let
op elk detail.
De kunst bestaat erin om gewicht te verliezen zonder aan kracht in te boeten.
Ongecontroleerd een paar kilo afvallen heeft desastreuse gevolgen.
Bram Tankink.
Tot de kern herleid door CyCCo.

Terug

 

"Velominati" versus "CyCCo": over tripel bieren en ... .

Regel # 47 // van Velominati, het Genootschap Van Het Wiel, poneert:
"Tripels zijn er om te drinken, alleen slappelingen rijden met idiote tripels".

Tripel bier is de hersteldrank van de Velominatus,
een verdomd lekker serum voor het roddelen ná de trainingsrit.
De Velominatus neemt het trainen ernstig en
 bezat zich niet.
De Velominatus doseert op elk terrein.
De Velominatus traint om tripels te mogen drinken.
De Velominatus drinkt tripels om extra te kunnen genieten van
de 
overwinning op het parcours en het gewonnen te hebben
van al die slappelingen die rijden met compact cranks,
of nog erger, met idiote tripels.

Velominati.

Regel # 47 // van CyCCo, het CYclingColsCOncept, poneert:
"Tripel bieren degusteer je met mate, met tripel tandwiel-combinaties fiets je".

CyCCo over: "tripel bieren degusteer je met mate".
Bier met liefde gebrouwen drink je met verstand.
Eén Tripel Karmeliet is goed voor 298 extra Kcal,
één Westmalle Tripel voor 245 Kcal en
één Chimay Tripel voor 208 Kcal.
Merk op in de voorbeelden:
CyCCo Vaartspel-Training en CyCCo Effort-FittingDynamics
dat wanneer de verbruikte training-energie niet gecompenseerd
wordt door de inname van extra voedsel en/of drank,
de fietser ná het: "26 weken training-traject", 8,1 Kg minder weegt.
De fietser heeft dan precies 56762 Kcal verbrand,
een equivalent van 190 flesjes Tripel Karmeliet,
hetgeen afgerond neerkomt op het verbranden-neutraliseren
van één geconsumeerd Karmelietje per dag gedurende de ganse
training-periode van 26 weken.
Aan jou de keuze:
je training-arbeid niet compenseren met één dagelijks Karmelietje
en ná 26 weken 8,1 Kg minder wegen,
je training-arbeid compenseren door gedurende het 26 weken
durend training-traject iedere dag één Tripel Karmeliet te nuttigen
en nipt je start-gewicht behouden,
of beslist geen training-arbeid verrichten en desondanks elke
dag één Karmelietje degusteren,
ná 26 weken kom je dan exact 8,1 Kg hoger uit dan je start-gewicht,
of nog anders,
opteren voor een tussenweg.
Trainen en bier drinken doe je dus best met verstand.
Nogmaals, aan jou de keuze! 

CyCCo over: "Met tripel tandwiel-combinaties fiets je".
Merk in het CyCCo Gear FittingDynamics voorbeeld op dat een
voor jou passend gemaakte
 tandwiel-combinatie je beste garantie
is om non-stop je klim-doel te bereiken.
Daarin slagen, daar komt het op aan; en w
at kan jou het schelen
of dit je lukt 2 of met 3 tandwiel-bladen vooraan!
Daarenboven doen die 3 bladen absoluut geen afbreuk aan je
geleverde prestatie.
CYCCo. 
Velominati - CYCCo.

Terug

 

Belgen zijn te zwaar, een stand van zaken.

Maar liefst 51 % van de Belgen is te zwaar, 33 % heeft overgewicht (BMI hoger dan 25) en
18 % lijdt aan obesitas (BMI hoger dan 30).
Dat blijkt uit een grootschalig onderzoek van en het bureau iVOX uitgevoerd in 2019,
in opdracht van de PronoKal Group.
Bij de mannen lijden 56,4 % aan overgewicht (BMI hoger dan 25 ) bij vrouwen is dit 47,8 %.
Er zijn gemiddeld ook meer obese mannen, 18,8 %, dan obese vrouwen, 16,8 %
(BMI hoger dan 30).
In de leeftijdscategorie tot 35 jaar weegt tot 41 % te veel (BMI hoger dan 25 ) en zijn 15 %
obees (BMI hoger dan 30).
In de leeftijdscategorie van 35 tot 55 jaar zijn al 51,2 % Belgen te zwaar (BMI hoger dan 25).
Bij de 55-plussers stijgt het percentage te zwaar zijn zelfs tot 59,1 % (BMI hoger dan 25).
Belgen zijn zich bewust van hun probleem.
Zes op de tien geeft aan gewicht te willen verliezen.
De helft van de Belgen heeft al één of meer pogingen ondernomen.
Slechts één op de drie bereikte het vooropgestelde streefgewicht.
Twee op de drie bij wie het mislukte, geeft hiervoor te weinig zelfdiscipline als belangrijkste
reden op.
Zes op de tien staan open voor professionele begeleiding.
CyCCo.

Terug

 

Terug naar FittingDynamics
Terug naar Sport je gezond
Terug naar Voetnoten-register

 

Twijfel je nu nog? Neem contact op met CyCCo.

 

Navigeer in CyCCo FiDs naar:
Bike-FiDs  Gear-FiDs  Status-FiDs  Effort-FiDs  Trip-FiDs  Load-FiDs  Target-FiDs